Subsidieregeling fijnstof van 7 april t/m 2 mei open

26 maart 2014

Veehouders die investeren in techniek om de uitstoot van fijnstof op hun bedrijf te verminderen, kunnen hiervoor subsidie krijgen. Aanvragen kan van 7 april tot en met 2 mei 2014.

Per aanvraag wordt maximaal 55 procent van de subsidiabele kosten vergoed. Er wordt maximaal 100.000 euro per aanvraag uitgekeerd. Ondernemers die al eerder subsidie kregen komen niet in aanmerking. 
Er is dit jaar 5 miljoen euro beschikbaar en het budget wordt verdeeld op basis van prioriteit en rangschikking. De subsidie is vooral bedoeld voor pluimveehouders. Veehouders in de gemeenten Asten, Nederweert, Deurne of delen van de gemeenten Barneveld, Ede, Renswoude en Scherpenzeel komen het eerst in aanmerking voor subsidie. 
Is er niet voldoende budget voor alle aanvragen met hetzelfde aantal punten, dan wordt er geloot.

Voorwaarden

  • De uitstoot van fijnstof moet met ten minste 30 procent verminderen
  • Het moet gaan om erkende techniek(en)
  • Het is geen vervangingsinvestering
  • Geen verplichtingen aangaan voordat  subsidie is toegekend
  • Realiseren voor 31 augustus 2017 (subsidievaststelling)
  • Instandhoudingsplicht van 5 jaar (na subsidievaststelling).

Erkende technieken

Er zijn verschillende technieken. Alleen technieken die in het overzicht Emissiefactoren fijnstof veehouderij 2014 genoemd zijn en zijn voorzien van eindnoot 2 komen in aanmerking.

Berekening verminderde uitstoot

Hiervoor gebruikt u het aantal dierplaatsen dat u maximaal mag hebben volgens uw Omgevingsvergunning of Activiteitenbesluit. U vermenigvuldigt het aantal dierplaatsen met de emissie per dierplaats (Rav-code). Daarna berekent u de uitstoot in de situatie die ontstaat na de investering door het aantal dierplaatsen in de nieuwe situatie te vermenigvuldigen met de uitstoot per dierplaats (Rav-code). De totale emissie moet minimaal 30% verminderen om in aanmerking te komen voor subsidie.

Subsidiabele kosten

U krijgt subsidie voor de kosten (exclusief btw) die u maakt voor:

  • de aanschaf van nieuw materiaal dat nodig is voor de werking van de techniek
  • de installatie door de leverancier

Meer informatie op de site van het RVO.